Historie van de kerk

Historie van de kerk Noordbroek

De veertiende eeuwse kruiskerk met losstaande toren – ook wel ‘olle dodde’ genoemd – van Noordbroek is naar alle waarschijnlijkheid niet de eerste kerk die in het dorp heeft gestaan. Verplaatsing van dorp en kerk waren in de periode van veelvuldige overstromingen in de middeleeuwen eerder regel dan uitzondering. ‘Noordbroek’ komt niet voor niets van ‘Nortdabrock’; ‘brock’ betekent moerassig land. Bijzonder is het dat een gebouw van zulke grootte en deels vernieuwende bouwstijl gebouwd kon worden in een landstreek die in die tijd de bewoners in veel gevallen amper middelen van bestaan kon bieden.

De kerk is het hoogtepunt van de late romanogotiek in Groningen; de indeling en de bewerking van de muren en het siermetselwerk in de bovenzone is nog laatromaans, terwijl de hoge muren en de hoge spitsboogvensters naar de gotiek neigen. Het exterieur is in de loop van de eeuwen nauwelijks veranderd. De kerk is geheel uit groot formaat baksteen in kettingverband opgetrokken met van het westen naar het oosten een schip van drie vierkante traveeën. De benedenzone bestaat uit spitsbogige spaarvelden, verdeeld in twee zones. In de bovenzone van bijna alle gevels bevindt zich in elke travee een hoog en breed spitsboogvenster, vergezeld door twee smallere spitsboognissen. De kerkmuren zijn versterkt door lichte, liseenachtige beren. Drie portalen – één uit 1786, de overige uit de 19e eeuw – geven toegang tot de kerk.

Blikvangers van het interieur zijn behalve de rijkversierde preekstoel en het orgel de muur- en gewelfschilderingen, waarschijnlijk aangebracht in drie verschillende perioden.  Van west naar oost vinden we onder andere schilderingen van de zondeval, de doop van Jezus in de Jordaan door Johannes de Doper, Christophorus met het Christuskind op zijn schouders de rivier overstekend, de vier evangelisten en het Laatste Oordeel. Twee katholieke elementen zijn nog aanwezig in het interieur in de vorm van een sacramentsnis en een piscina.

Het Arp Schnitgerorgel werd in 1696 geplaatst en onderging in 1768, 1806 en 1855 ingrijpende verbouwingen. In 2014 is het orgel gerestaureerd. In de losstaande toren, een vlakopgaand gebouw van twee verdiepingen en gedekt door een zadeldak, bevindt zich een klok uit 1943. Deze werd toen gegoten door de gebroeders van Bergen uit Heiligerlee, ter vervanging van de klok uit 1817 die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers werd geroofd.